De hervorming van de rusthuizen gaat vooruit in Brussel. Er is zojuist een nieuwe belangrijke stap gezet met de inwerkingtreding van meerdere mechanismen om de sector van de ouderenhuisvesting beter te omkaderen en om de kwaliteit van de begeleiding te verbeteren.
2023 is een nieuwe mijlpaal voor de hervorming van de rusthuizen: de inwerkingtreding van het ontwerp van herziening van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen. Die herziening zorgt voor een reeks correcties om de sector van de ouderenhuisvesting beter te omkaderen, met name de overgang naar erkenningen onbeperkt in de tijd of de recuperatie van niet-bezette bedden.
Focus op kwaliteit
Dankzij een recuperatiemechanisme van niet-bezette bedden waarin de ordonnantie voorziet, kan de overheid het aanbod beter beheersen en projecten ontwikkelen voor meer kwaliteitsvolle voorzieningen die beter beantwoorden aan de behoeften van de ouderen. Dat vindt plaats in een context waarin het aantal beschikbare bedden te hoog is. Voor de referentieperiode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022 erkende Iriscare gemiddeld 15.194 bedden, maar daarvan waren er gemiddeld slechts 11.526 (75,86%) bezet. Het is dus de bedoeling om het aanbod geleidelijk beter af te stemmen op de vraag en daarna alleen projecten te ontwikkelen waarvan de meerwaarde wordt beoordeeld bij toenemende behoeften.
Keuzevrijheid
Die ontwikkeling van kwaliteitsprojecten zal in eerste instantie openbare en vzw-rusthuizen beogen, om het huidige vooral commerciële aanbod (62% van de bedden) evenwichtiger te maken. Het doel is de Brusselse ouderen meer keuzevrijheid te bieden op het vlak van het type instelling waarin ze willen verblijven. Die ambitie betreft niet alleen de huidige behoeften, maar is ook en vooral gericht op een echte keuzevrijheid in de toekomst.
Overgang naar onbeperkte erkenningen
Tot nu toe waren de erkenningen van rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen beperkt in de tijd, met een maximumduur van zes jaar. Dankzij de overgang naar erkenningen onbeperkt in de tijd worden met name de administratieve procedures voor instellingen eenvoudiger en beperkter. Dat zal samengaan met willekeurige controles door een versterkt inspectie- en ondersteuningsteam.
Tussentijdse sancties
Voordat de ordonnantie werd herzien, was de enige sanctie de intrekking van de erkenning en dus de sluiting van het rusthuis. Door naast de intrekking van de erkenning, een systeem van tussentijdse sancties in te voeren, zoals de schorsing van de erkenning en administratieve boetes, kan er doeltreffender druk worden uitgeoefend op instellingen die niet aan de normen voldoen.
“Die herziening van de ordonnantie was onontbeerlijk!” volgens minister Maron. “Het is de eerste stap in een reeks maatregelen om de erkenningsnormen te verhogen, het personeel rond de bewoners te ondersteunen en de kwaliteit van de begeleiding in rusthuizen te verbeteren. Dat traject past trouwens in een geheel van acties om de diensten voor ouderen te versterken. Dat gaat van thuishulp, rusthuizen en dagcentra tot groepswoningen voor ouderen. Alle Brusselaars hebben immers recht op een waardig leven, en de overheid heeft de plicht ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot de diensten die hij of zij wenst.”