Voortaan is er een recuperatiemechanisme voor overtollige, onbezette bedden van toepassing op rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen.
Wat is het principe hierachter?
Elk jaar op 15 april vervalt automatisch 50% van het gemiddelde aantal erkende plaatsen die tijdens de referentieperiode niet bezet waren.
Het eerste verval van de erkenning op 15 april 2024 is gebaseerd op de referentieperiode van 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023.
Voor de berekening van het aantal bezette plaatsen wordt rekening gehouden met de volgende categorieën bewoners:
- rechthebbenden;
- niet-rechthebbenden;
- in T4 2023: gehospitaliseerde bewoners.
Welke berekeningsmethode wordt gebruikt?
Het principe is om 50% te recupereren van de plaatsen die onbezet waren tijdens de referentieperiode, d.w.z. van 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023. We passen echter een paar correcties toe op dit principe:
- Als het gemiddelde aantal onbezette plaatsen in uw voorziening in T4 2023 lager was dan het aantal te recupereren plaatsen op basis van de referentieperiode 2022-2023, wordt rekening gehouden met het aantal onbezette plaatsen in T4 2023 voor de berekening. Zo wordt een plaats die gedurende T4 2023 gemiddeld bezet was, niet gerecupereerd.
- 5% van het totale aantal erkende plaatsen (gewogen gemiddelde van T4 2023) mag onbezet blijven en behouden worden, met een minimum van 3 onbezette plaatsen. In dat geval worden plaatsen met een voorlopige werkingsvergunning gelijkgesteld aan erkende plaatsen.
- Er mogen 25 RVT-plaatsen (erkende plaatsen of plaatsen met een voorlopige werkingsvergunning) behouden worden, ongeacht de bezetting. Zo nodig wordt het te recupereren aantal plaatsen verminderd om dit te garanderen.
- Er geldt een uitzondering voor de voorzieningen die na 15 april van het jaar X-5 (2019) een voorlopige werkingsvergunning kregen voor een nieuwe voorziening of voor de uitbreiding van hun aanvankelijke erkende capaciteit met minstens 20%: het vervalmechanisme voor onbezette erkende plaatsen is op 15 april van het jaar X (2024) niet van toepassing op deze voorzieningen. Al hun erkende plaatsen (of plaatsen met een voorlopige werkingsvergunning) worden vrijgesteld.
Wat te doen bij lopende werken?
Bij werken of overmacht (uitgevoerd na 30/06/2023) moet de beheerder schriftelijk een tijdelijke sluiting van plaatsen aanvragen. De aanvraag moet de aard van de werken, de duurtijd en het aantal betrokken plaatsen vermelden en de nodige bewijsstukken moeten worden bijgevoegd.
Hiertoe dient hij gebruik maken van het document “Aanvraag tot tijdelijke sluiting van plaatsen wegens werken“ . Deze aanvraag dient samen met de bewijsstukken verzonden te worden per e-mail naar de Dienst Hulp- en Zorginstellingen via agrements_erkenningen@Iriscare.brussels.
Het nieuwe artikel 14/1 van het besluit procedure van 4 juni 2009, biedt inderdaad de mogelijkheid de tijdelijke sluiting van plaatsen wegens werken (zonder verlies van de SVIE) aan te vragen gedurende een termijn van ten hoogste twee jaar, verlengbaar wegens overmacht. De plaatsen die onder deze tijdelijke sluiting vallen, ontsnappen dus aan de maatregel van het automatische verval van de erkenning van langdurig onbezette plaatsen.