Door de nieuwe erkenningsnormen zijn er een aantal veranderingen wat betreft de opname van personen van minder dan 60 jaar in rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen.
Opnamevoorwaarden voor RH’s en RVT’s vanaf 1 september 2024
Aan deze voorwaarden moet voor alle types plaatsen worden voldaan om een persoon van minder dan 60 jaar te kunnen onderbrengen in een voorziening (RH of RVT): ROB, RVT en kortverblijf, vanaf 1 september 2024:
- De voorziening telt maximaal 10% bewoners van minder dan 60 jaar ten opzichte van haar totale erkende capaciteit (art. 12, § 2, 1°).
- De persoon van minder dan 60 jaar behoort tot afhankelijkheidscategorie B, C, Cc, Cd of Dvolgens de Katz-schaal. Bovendien heeft de persoon bij de opname geen gedragsstoornissen die zijn of haar integratie in het gemeenschapsleven in de voorziening kunnen belemmeren (zoals bedoeld in art. 12, § 2, 2°, van het besluit van 23 mei 2024). Die gedragsstoornissen (onwelvoeglijk gedrag, destructief gedrag, verstoord nachtelijk gedrag) worden verduidelijkt in de omzendbrief van 1 juli 2024 (hieronder).
- Voor elke bewoner moet een begeleidingsplan worden opgesteld vóór de opname (art. 12, § 2, 3°).
- De voorziening moet vooraf de toestemming hebben gekregen voor de opname van de betrokken persoon. Die voorafgaande toestemming wordt, zoals nu al het geval is, aan Iriscare gevraagd (art. 12, § 2, 4°).
- Bovendien moet de voorziening voldoen aan de andere bepalingen van het besluit rond de opvang van personen van minder dan 60 jaar. het huishoudelijk reglement (art. 135) en het leefproject van de voorziening (art. 22) moeten voorzien in de mogelijkheid om personen van minder dan 60 jaar op te vangen.
Die nieuwe opnamevoorwaarden gelden alleen voor nieuwe opnameaanvragen. Het is niet de bedoeling om mensen uit te sluiten die momenteel in een voorziening verblijven, noch om de terugkeer te voorkomen van een persoon die er verbleven heeft en bijvoorbeeld tijdelijk in een andere voorziening opgenomen was.
Vooraf toestemming aanvragen
Vanaf 1 september 2024 moeten voorzieningen samen met hun aanvraag alle nuttige informatie indienen om na te gaan of daadwerkelijk aan de opnamevoorwaarden is voldaan:
- gegevens die toelaten het toegestane plafond te controleren, namelijk een volledige bewonerslijst met hun geboortedata op de dag van de opnameaanvraag;
- de bevestiging dat de persoon tot een van de volgende afhankelijkheidscategorieën behoort volgens de Katz-schaal: B, C, Cc, Cd of D en dat op het moment van de opnameaanvraag geen verwarrende gedragsstoornissen (onwelvoeglijk gedrag, destructief gedrag, verstoord nachtelijk gedrag) niet zijn vastgesteld of niet adequaat kunnen worden behandeld door de voorziening;
- het specifieke begeleidingsplan dat aan de persoon in kwestie zal worden aangeboden;
- het leefprojecten het huishoudelijk reglement van de voorziening, als Iriscare nog niet over de meest recente versie van die documenten beschikt.
Iriscare heeft 15 dagen de tijd om de opnameaanvraag goed te keuren of te weigeren, of om bijkomende informatie te vragen. Wordt die termijn overschreden, dan wordt de toestemming geacht te zijn gegeven (art. 12, § 2, 4°).
Wetteksten:
- Het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 18 januari 2024 tot vaststelling van de erkenningsnormen, artikel 12, § 2
- Het besluit van de leden van het Verenigd College tot uitvoering van artikel 12, § 2, 2°, van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 18 januari 2024 tot vaststelling van de erkenningsnormen
- De omzendbrief van 1 juli 2024 waarin het begrip ” verwarrende gedragsstoornis” wordt verduidelijkt